Afbeelding

Hélène - Stikstof

Column

Voor degene die het misschien nog niet weet: ik ben opgegroeid in het kerkdorp Jabeek, letterlijk tussen de varkens. Daar bedoel ik niet de inwoners mee, maar de dieren. In de jaren 70 en 80 was het dorp minstens tien boerderijen rijk en de uitdrukking ‘ik woon bij de vierde mesthoop linksaf’ had zomaar een navigatie aanwijzing kunnen zijn geweest. Dat was overigens in alle omringende dorpen precies zo; veeboeren, varkensfokkers en akkerbouwers waar je ook maar keek. Doodnormaal vonden we dat. Zelf ging ik regelmatig naar varkensboer Frijns, waar ik ook meehielp in de stallen. Er bestaat nog ergens een foto waarop ik samen met de oudste zoon bovenop een varken zit. Bij een van mijn schoolvriendinnetjes thuis hadden ze melkvee en wij gingen een paar keer per week ‘melk halen bij Pennings’. Die melk was niet te vergelijken met de melk uit de supermarkt en ik denk dat de jeugd in de huidige tijd er zijn neus voor zou optrekken, maar ik ben er groot en sterk op geworden. In de jaren 80 nam het aantal boeren in rap tempo af en als ik nu door mijn thuisdorp loop, zie ik nog maar weinig boerenactiviteit. Af en toe stuift er nog een trekker met hooibalen voorbij van de anderhalve boer die zijn overgebleven. De kleine boeren verkochten hun bedrijf onder invloed van de overheid. Men wilde af van de boterberg en de melkplas die destijds ontstonden. Opvolgers durfden het meestal niet aan om het bedrijf van hun ouders over te nemen en zo werden de meeste boerderijen geliefde objecten voor rustzoekers en artistiekelingen die graag hun stadse verblijven wilden ruilen voor een boerderijtje op het platteland. Op de boerenerven van toen zijn niet zelden galerieën en ateliers te vinden, waar mensen langsfietsen op zondagmiddag als ze een kunstroute rijden. Het contrast kan niet groter zijn met de oorspronkelijke bestemming van de boerenhoeves. Is dat erg? Nee. Alles verandert en dat geldt ook voor de inzichten omtrent milieu en duurzaamheid. Het is alleen - zoals zo vaak - de manier waarop, die niet deugt. Van boeren wordt al decennialang verwacht dat ze zich aanpassen. Er kwam steeds meer administratie aan het boeren te pas en de prijzen die boeren kregen voor hun producten stonden (en staan) voortdurend onder druk. Boeren worden gezien als een bedreiging voor het milieu en niet meer als onmisbaar in onze voedselketen. Met de huidige stikstofmaatregelen die in snel tempo doorgevoerd gaan worden, is onze overheid voor de zoveelste keer het braafste jongetje in de klas die Europa heet. En ondanks de populariteit van programma’s als Boer zoekt Vrouw en Boer Ayoub, zie ik niet veel begrip onder de bevolking voor de boerenprotesten. Stikstofbeleid wordt misschien wel erg letterlijk genomen zo.