Afbeelding

Hélène - Kloof

Column

Michael Norton is een naam die vermoedelijk niet bij iedereen meteen een belletje laat rinkelen. Nee, hij is geen acteur en hij heeft ook niks te maken met The Voice. Michael Norton is professor ‘Business Administration’ aan de universiteit van Harvard. Persoonlijk heb ik niet veel verstand van ‘business’, maar zijn speeches en boeken omtrent de verdeling van rijkdom in onze wereld volg ik al enige tijd. Ik zoek namelijk naar een verklaring voor het om zich heen grijpend virus dat ik het beste kan omschrijven als algemene onzekerheid met algemene ontevredenheid tot gevolg. Norton is al jaren bezig om wereldwijd te onderzoeken hoe mensen tegen hun eigen inkomen aankijken en tegen dat van de rest van de wereld. Om een voorbeeld te geven: 25% van de studenten in zijn eigen studierichting waren ervan overtuigd dat het gemiddelde inkomen van de gemiddelde Amerikaan uit meer dan zes cijfers voor de komma bestond. Toen ze hoorden dat dat slechts $ 45.000,00 bedraagt, waren ze hoogst verrast. En dat fenomeen blijkt niet alleen in Amerika voor te komen. In enquêtes die in alle delen van de wereld werden gehouden, blijken mensen een totaal vertekend beeld te hebben van wat de laagst verdienende werknemer verdient in relatie tot de hoogste in rang bij hetzelfde bedrijf. Waar de meeste mensen dachten dat dat tussen de 2 en 8 keer zoveel was, bleek dat te variëren tussen de 28 en 345 keer zoveel. Met dat laatste getal spande Amerika de kroon. Waar Norton en zijn mede-onderzoeker echter van opkeken, was dat los van religie, cultuur, levenswijze en inkomen veruit de meeste ondervraagden de universele wens hadden de kloof tussen rijk en arm kleiner te maken. Helaas is de werkelijkheid dat deze kloof alleen maar groter wordt. Norton waarschuwt dat de klassenverschillen een grotere bedreiging voor onze samenleving zijn dat de rassenverschillen. Waar de grote baas in een ideale wereld ongeveer 20 keer zoveel zou mogen verdienen als de laagst betaalde in een bedrijf, bedraagt dat inmiddels in veel landen 400 keer zoveel. Dat een gewone sterveling deze getallen verkeerd inschat, is niet meer dan logisch. Maar dat de grootverdieners het ook niet door hebben, geeft aan dat ondoorzichtige beloningssysteem op zijn minst veel transparanter zou moeten zijn voor iedereen. Het Londense bedrijf Smarkets heeft dit in de praktijk gebracht door werknemers zelf hun salaris te laten bepalen en dat van hun baas. Op gezette tijden worden de beloningen geëvalueerd in een open setting waarin iedereen zijn zegje kan doen. Het resultaat is dat werknemers productiever en tevredener zijn.
“Het is voor de mensheid belangrijk dat we de sociale systemen blijven verbeteren,” zegt de baas van Smarkets. Saillant detail daarbij: Smarkets is een gokkantoor.