Afbeelding

Hélène - Mijn wereld

Column

“Mijn blik op de wereld is behoorlijk breed,” hoorde ik de man aan het tafeltje naast ons zeggen. Het is soms onvermijdelijk als je ergens zit te eten dat je ongevraagd flarden van gesprekken opvangt die eigenlijk niet voor jouw oren bestemd zijn. “Ik denk dat jouw blik op jóuw wereld behoorlijk breed is,” antwoordde de vrouw die tegenover hem zat. Wat ze daarna te bespreken hadden, gingen ze buiten onder het genot van een sigaretje doen. Gelukkig werd ik toen ze terugkwamen te erg in beslag genomen door mijn eigen gezelschap en het lekkere eten dat we voorgeschoteld kregen. Tegen de tijd dat wij aan het dessert begonnen, hadden onze buren al drie rookpauzes achter de rug en waren hun gezichten steeds langer geworden. “Ik was heel blij dat we hier samen zitten,” zei de man, “ik dacht dat we verder konden nu, maar ik merk dat je alles wat ik zeg negatief uitleg. Ik weet dat ik fout zat, maar moeten we het er nu alwéér over hebben?” Op een gegeven moment voelt het meeluisteren naar een gesprek ongemakkelijk; je weet dat het niet hoort, maar het is een vorm van ramptoerisme. En dus bleef ik luisteren, terwijl ik me afvroeg wat er gebeurd moet zijn. “Jij gaat altijd uit van jouw eigen perceptie,” hoorde ik de vrouw zeggen, “maar jij bent niet het centrum van de wereld. Je krijgt niet eens mee wat er in mijn wereld gebeurt, want dat interesseert je eigenlijk niet.”Gelukkig heb ik de rest van het gesprek niet meer meegekregen omdat mijn tafelgenoot en ik in een geanimeerd gesprek over onze eigen wereld verzeild raakten. We vroegen ons hardop af hoe breed onze eigen blik op de wereld eigenlijk was en we kwamen tot de conclusie dat iedereen in meer of mindere mate last heeft van tunnelvisie. Het is heel verleidelijk om het gezelschap te zoeken van gelijkgestemden en mensen die in jouw wereld vertoeven, maar het risico daarvan is dat je niet meer openstaat voor andere meningen en overtuigingen. Je ziet dat ook in de nieuwsverspreiding tegenwoordig; of het nu om de coronapandemie of om de Oekraïneoorlog gaat, het vertrouwen in de media is in snel tempo afgenomen. Mensen zijn anti-regering, anti-vaccinatie, anti-Poetin, anti-alles. Mijn moeder vertelde graag en vaak de anekdote over een raadslid in de gemeenteraad van haar geboortedorp, dat tijdens vergaderingen in slaap sukkelde en tegen de tijd dat er gestemd moest worden, werd aangestoten door zijn buurman. Hij schrok dan wakker, keek om zich heen en zei: “Ik weet niet waar het over gaat, maar ik ben ertegen!” Met deze houding was hij jarenlang verzekerd geweest van zijn plekje op het pluche.