Afbeelding

Hélène - Eerlijk

Column

“Mevrouw, in de kleedkamer heb ik een jas gevonden. Er zitten sleutels in en een paar Airpods.” “Geef maar hier,” zeg ik, “ik ga even rondvragen.” “Het is een Moose Knuckles,” voegt de eerlijke vinder er aan toe. “Die kost wel een paar centen, dus eigenlijk moet de eigenaar blij zijn dat ik zo eerlijk ben hem terug te geven.” “Een moes nukkels?,” papegaai ik, zoals ik dat zo goed kan, heel onnozel, “wie noemt een jas nou naar de knokkels van een eland?” Ik bekijk de jas en zie inderdaad het enorme metalen logo op de mouw zitten. Van horen zeggen weet ik dat deze jassen tussen de 500 en 1000 euro kosten, afhankelijk van waar je hem vandaan hebt; een garagebox in Heerlen-Noord of een officieel verkooppunt. De jas is ondanks dat hij licht aanvoelt, geschikt voor temperaturen die normaliter alleen in Lapland of Siberië gebruikelijk zijn. Het merk is afkomstig uit Canada, waar weersomstandigheden voorkomen die onze sneeuwbuien op natte scheten laten lijken. En toch hult iedere modebewuste puber in onze contreien zich momenteel in een jas die niet zou misstaan op een hondenslee in het noorden van Scandinavië. Compleet met kraag van niet al te diervriendelijk vossenbont. “Het is beter als u zelf gaat vragen van wie hij is,” zegt de vinder met een veelbetekende blik, “want als ik hem bij de beveiliging afgeef, raakt hij misschien zoek, als u begrijpt wat ik bedoel.” Hij trekt met zijn wijsvinger zijn onderste ooglid omlaag. “Ik zal de eigenaar erop wijzen dat jij een eerlijke jongen bent,” zeg ik, “misschien wil hij er losgeld voor betalen.” Als ik vervolgens langs de lokalen en de praktijkruimtes loop om navraag te doen, krijg ik te horen dat ‘in hun klas niemand zo’n jas kan betalen’. En dat ‘iemand met zo’n jas waarschijnlijk duistere zaakjes uitvoert’. De meest bruikbare tip komt van iemand die er verstand van heeft: “Als het geen nepjas is, zit er een code in. Die jassen zijn geregistreerd. Je kunt dan nagaan waar de jas gekocht is.” Gelukkig hoef ik in mijn overvolle werkdag niet verder voor speurneus te spelen, want de eigenaar meldt zich al snel. Ter controle vraag ik wat er in de zakken zit en als hij me dat haarfijn vertelt, overhandig ik hem de jas. Ofschoon hij het niet hoeft te doen, voelt hij zich toch genoodzaakt zich te verantwoorden voor het bezitten van een dergelijk duur kledingstuk: “Ik heb er eerlijk voor gewerkt, mevrouw,” zegt hij. “Daar twijfel ik geen moment aan,” antwoord ik, “ik hoop alleen voor jou dat we nog een beetje winter krijgen.”