Afbeelding

Hélène - Weg hier

Column

We waren er al voor gewaarschuwd; de twee studenten die ons onlangs mochten rondleiden door hun school waren bloednerveus volgens hun lerares. Ze hadden de hele nacht niet geslapen en nu stonden ze voor ons, duidelijk niet helemaal thuis in hun iets te grote kostuum met oranje stropdas. In hun handen hielden ze een pakje A-4t’jes dat helemaal volgeschreven stond, met hier en daar een gemarkeerde zin. Engels spreken is voor onze eigen studenten al vaak een uitdaging, voor Spaans sprekende jeugd is de drempel nog een beetje hoger. Na het welkomstwoord voerden de twee ons mee door hun schoolgebouw - een mbo-hbo opleiding gericht op toerisme en horeca - waar we vanuit de lokalen steels werden aangekeken door pubers die er quasinonchalant bij zaten. “Pubers zijn overal hetzelfde,” zei mijn collega, terwijl we achter in een klas een jongen zagen Netflixen. Onze gidsen vertelden intussen het ingestudeerde verhaal zo goed mogelijk en dat ging ze helemaal niet verkeerd af. “Wat hebben wij het eigenlijk goed, hè?” zei een andere collega, rondkijkend naar de eenvoudige faciliteiten. Nergens een digiboard te bekennen, het aantal computers was minimaal en wat er stond was in onze ogen ouderwets. In de bibliotheek stonden drie rekken met, deels verouderde, boeken en lang niet iedere student beschikte zo te zien over een laptop. Dat goed onderwijs niet afhankelijk is van dit soort zaken die wij vanzelfsprekend vinden, bleek wel uit de trots waarmee de jongens ons hun school lieten zien en met name de praktijklokalen. De koks- en bakkersleerlingen waren allemaal strak in tenue gehuld en het oefenrestaurant oogde heel professioneel. Toen we in een van de praktijklokalen stonden - het lokaal waar hotel-housekeeping en schoonmaak werd geoefend - onderbrak ik het verhaal van de twee met de vraag of ze deze opleiding altijd al hadden willen doen en of het hun droombaan was, werken in de horeca en in het toerisme. Een beetje van hun stuk gebracht zei de een: “Nou, nee. Ik wist eigenlijk niet wat ik wilde, maar wel dat ik straks naar het buitenland wil en met deze opleiding gaat dat vast lukken.” Zijn ogen begonnen ineens te stralen, net als die van zijn klasgenoot, die aanvulde: “Dat geldt voor mij ook. Ik weet niet precies wat ik wil, maar ik weet een ding zeker en dat is dat ik hier vandaan wil.” Ik herhaalde tegen mijn collega: “Pubers zijn overal en altijd hetzelfde. Alles is beter dan de plek waar je opgegroeid bent, totdat je de wijde wereld ingaat en ontdekt dat het thuis zo slecht nog niet was.” Tot die tijd hoop ik dat ze hun dromen waar maken en zo lang mogelijk die glinstering in hun ogen houden.