Afbeelding

Column Hélène - Gezellig

Column

Met een hoofd vol plannen en een tas vol aantekeningen ben ik begonnen aan een nieuw schooljaar. De eerste week zit er net op en ik moet toegeven dat het even wennen is voor iedereen. Na een paar coronajaren zaten studenten een beetje beduusd om zich heen te kijken op de eerste dag. Dat kan komen doordat ze voor het eerst live met mij geconfronteerd werden, maar het is waarschijnlijker dat het ligt aan de vreemde tijd die achter ons ligt.
Nooit eerder kreeg ik voorafgaand aan de introductieweek zoveel vragen over het gebouw, het introductieprogramma, de planning, de leermiddelen, de vakken, kortom: onzekerheid alom dit jaar.
Ik ben gewend dat studenten in de ochtend waarop ze moeten verschijnen beginnen te vragen hoe laat ze er moeten zijn, áls ze al iets vragen. Dit jaar was dat anders. Er was behoefte aan houvast, leek het wel. Gaandeweg de introductieweek ebde die behoefte aan bevestiging weg bij de meesten, maar het gevoel dat alles erg spannend was, bleef. Het kennismaken en het met elkaar omgaan verliep dit jaar behoedzamer; zelfs de jongens die normaal gesproken gelijk beginnen met het beklimmen van de apenrots, lieten dat op een enkele uitzondering na, deze keer achterwege.
Toen ik op de laatste dag van de introweek aan de studenten vroeg wat ze ervan gevonden hadden, was het verrassende oordeel dat de klassieke speurtocht met de weinig originele naam ‘Discover Heerlen’ het leukste was geweest. “De route was slecht uitgewerkt en de opdrachten klopten niet helemaal,” oordeelde een deelneemster keihard, “maar we hebben heel veel lol gehad. Het was de beste manier om elkaar te leren kennen.” Een beetje onbedoelde chaos is blijkbaar niet altijd nadelig; je bent ineens op een soort militaire missie waarbij je op elkaar aangewezen bent in de jungle die Heerlen-Centrum heet.
De bereidheid om elkaar te helpen, die bij pubers niet altijd voorhanden is, is bij de huidige eerstejaars opvallend groot. Misschien is het toeval, maar ik heb de indruk dat een 16-jarige die drie jaar corona achter de rug heeft, anders naar de wereld is gaan kijken. Zelden heeft een generatie te maken gehad met zoveel beperkingen en zelden waren jongeren zo massaal de dupe van de omstandigheden. Mijn collega temperde mijn melodramatisch gefilosofeer met de opmerking: “We spreken elkaar rond de herfstvakantie nog wel!” Hij kan daar best eens gelijk in hebben, maar voor nu zie ik het nieuwe jaar zonnig in. Zeker nadat een van onze eerstejaars tijdens de afsluitende barbecue tevreden om zich heen keek en zei: “Wat gezellig dit. Kunnen we dit niet iedere vrijdag doen?” Ik vond het nu al met afstand het beste idee van het jaar.