Rasha (Syrië, links op de foto) en Rafif (Irak), beide jonge moeders, zijn blij dat ze elkaar hebben gevonden in de noodopvang voor asielzoekers in Schinnen. Ze 
hebben veel steun aan elkaar en hopen dat ze samen zullen blijven: ‘We helpen elkaar met overleven, anders zouden we veel vaker moeten huilen.’ Beide dames spreken Arabisch en kunnen daarom goed communiceren met elkaar. ‘Alleen de accenten en sommige woorden zijn anders.’
Rasha (Syrië, links op de foto) en Rafif (Irak), beide jonge moeders, zijn blij dat ze elkaar hebben gevonden in de noodopvang voor asielzoekers in Schinnen. Ze hebben veel steun aan elkaar en hopen dat ze samen zullen blijven: ‘We helpen elkaar met overleven, anders zouden we veel vaker moeten huilen.’ Beide dames spreken Arabisch en kunnen daarom goed communiceren met elkaar. ‘Alleen de accenten en sommige woorden zijn anders.’ Foto: KatjaWaltmans

Rafif, Rasha en Almit maken er het beste van in noodopvang Schinnen

Verhalen

Rafif, Rasha en Almit maken er het beste van terwijl ze in de wachtkamer zitten in afwachting van de behandeling van hun asielaanvraag. Na de eerste shock over de faciliteiten van de noodopvang bij aankomst, hebben ze min of meer hun draai gevonden en leven ze met de hoop op een menswaardige toekomst in Nederland. ‘Het was dit of een veldbedje in het overvolle Ter Apel,’ verduidelijkt Stephanie Quaedvlieg, adjunct locatiemanager van het COA in Schinnen. ‘Net als in elke samenleving vallen hier mensen op door positief gedrag, maar helaas ook wel eens door negatief gedrag. Intussen is de eerste nood verholpen en kunnen we steeds meer bieden op gebied van dagbesteding en het teruggeven van de eigen regie. Dat brengt rust.’

Tekst Katja Waltmans

‘De faciliteiten zijn hier heel anders dan in een standaard AZC,’ geeft Stephanie toe. ‘Dat komt enerzijds doordat we deze locatie heel snel moesten optuigen en anderzijds omdat het een tijdelijke opvang betreft. Ideaal is het zeker niet, maar nu we in gesprek zijn met de bewoners is er wederzijds begrip en kunnen we steeds meer inspelen op hun behoeften. Zo gaan we binnenkort bijvoorbeeld ervoor zorgen dat ze hun eigen ontbijt en lunch kunnen klaarmaken in plaats van alles via catering aan te bieden.’ Op het uitgestrekte terrein staan drie grote tenten die elk tot maximaal 150 personen onderdak bieden. Alle kamers, gescheiden door dunne kantoorwandjes, zijn geschikt voor acht personen. De gebouwen van de voormalige legerbasis zijn in gebruik als kantoor, restaurant en sport- en recreatieruimtes.


Stephanie Quaedvlieg, adjunct locatiemanager van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in Schinnen - Aangeleverde foto

Een van de zaken die sinds kort geregeld zijn is onderwijs voor de basisschool kinderen. Dagelijks rijdt een bus op en neer om leerlingen vanuit Schinnen naar Doenrade te brengen, waar ze les krijgen in de voormalige lokale basisschool. Almit, een Oeigoer afkomstig uit China en vader van drie jonge kinderen, krijgt daardoor eindelijk weer wat tijd voor zichzelf. Hij beschrijft het gevoel dat hem overviel toen hij afgelopen week voor het eerst het terrein af ging om even naar de supermarkt in Schinnen te gaan: ‘Het voelde zo goed. Vrij en veilig! Ik ben een gelukkig man dat ik hier mag zijn.’ Helaas werpt het feit dat zijn vrouw in China moest achterblijven een donkere schaduw op zijn bestaan. 

De Oeigoeren zijn een Turks-Mongoolse moslimminderheid in de regio Xinjiang in het Noord-Westen van China. Het volk wordt door de Chinezen onderdrukt, vervolgd en opgesloten in heropvoedingskampen om ze te politiek te bekeren. Almit vluchtte met zijn gezin naar Turkije, waar hij vijf jaar een redelijk bestaan kon leiden, totdat zijn schoonmoeder ziek werd. ‘Mijn vrouw ging terug naar China om haar te bezoeken en werd toen gevangen genomen. We hebben hooguit twee keer per maand contact via de telefoon, maar vrijuit spreken kan niet omdat de staat alles afluistert.’ Emoties overvallen hem en hij vervalt in een langdurig stilzwijgen, waarin hij probeert zich te herpakken. Voorzichtig buig ik het gesprek om richting zijn toekomstplannen. De zorgzame Aziaat is naar eigen zeg-gen een ‘businessman’ en studeerde Engelse literatuur: ‘Mijn plan is om zo snel mogelijk Nederlands te leren, hier een geschikte woning te vinden voor mijn gezin en dan weer een bedrijf op te zetten.’ Ooit exporteerde hij gedroogde tomaten en rozijnen naar Amerika.

Ook de dertigjarige Rafif uit Iran merkt dat ze meer tijd heeft nu haar zesjarige zoontje naar school gaat. Ze helpt als vrijwilliger bij de kinderanimatie en trekt verder veel op met de Syrische Rasha die ze hier leerde kennen. ‘In het begin was het wel heftig hier, geen warm water en het eten was niet zoals we gewend waren. Mijn zoon at daar-
door slecht. Nu is het stukken beter. Er wordt naar ons geluisterd en waar mogelijk naar oplossingen gezocht.’ De jonge basisschoollerares hoopt dat ze snel een plekje verovert in de eerstvolgende taalcursus, de eerste inschrijf-
ronde was in no-time volgeboekt.

Stephanie hoopt dat zowel bewoners als omwonenden rust vinden in de huidige situatie. ‘Tijd nemen en naar elkaar luisteren is belangrijk voor bewoners èn omwonenden. Gelukkig krijgen we steeds minder klachten binnen.We kregen wel eens berichten dat mannen huizen fotografeerden, maar wat bleek? Ze wilden familieleden de omgeving laten zien of waren op zoek naar de wifi, omdat de hotspot op het AZC nog niet werkte.’


Bijschrift - KatjaWaltmans

Rasha en Rafif
Stephanie Quaedvlieg, adjunct locatiemanager van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in Schinnen