Afbeelding

Column Hélène - Vaste lusten

Column

“Weet u misschien de code van de poort om naar buiten te komen?”
Ik zat lekker in het avondzonnetje te genieten op een bankje, samen met mijn moeder.
“Zeg maar jij, hoor,” antwoordde ik, “anders voel ik me zo oud gelijk.”
“Prima,” zei hij, “heb je misschien de code van de poort voor me?” Ik zag hem denken: “Daar heb je weer zo’n middelbare ijdeltuit, maar ja, als zij denkt dat ze nog jong is, zeg ik wel ‘jij’.”
Ik gaf hem de cijfercombinatie en terwijl hij wegliep besefte ik ineens dat hij misschien een bewoner was en die code helemaal niet mocht krijgen. Terwijl ik dat dacht, zag ik hem omkeren en teruglopen.
Hij stak zijn hand uit en zei: “Ik ben Peter. Mijn partner zit sinds deze week op dezelfde gang als uw moeder. Sorry, als jóuw moeder.” Hij lachte en ging naast ons op het bankje zitten.
“Het is nog een mooie avond, hè?”, zei ik, “nog even genieten van de laatste zon. Heerlijk.”
Zijn heldere ogen keken naar mijn moeder. “Het is een mooie avond op een mooie plek. Maar niemand die hier woont, ervaart dat zo. Ze willen allemaal weg. Mijn partner ook. Het was geen doen meer thuis. Ik heb het heel lang geprobeerd. Toen we elkaar pas kenden, zei hij altijd dat ik bij zijn vaste lasten hoorde. Maar de laatste jaren waren de rollen omgedraaid. Het is vooral de onrust die het zo uitputtend maakt.”
“Het is geen fraai levenseinde,” beaamde ik, “het is een wrede ziekte.”
“We maken er als mensen een punt van om een zinvol leven te leiden,” zei hij, “en uiteindelijk wordt het een chaos. We wrijven nog wat in de vlek en dan is het afgelopen. Als mijn partner had geweten wat er zou gebeuren en dat het zo snel zou gaan, had hij dit nooit gewild.”
Ik keek naar mijn moeder. Ze had tot dan toe nog niks gezegd.
“De vaste lusten zijn hoog, hè?,” zei ze, totaal uit het niets, “vroeger moest ik ook altijd de eindjes aan elkaar knopen. Maar het is me altijd gelukt!” Ze keek er trots bij.
“Ja, mam,” zei ik, “we zijn niks tekortgekomen. Jij had de boekhouding beter op orde dan de minister van financiën.”
“Vaste lusten,” herhaalde Peter, “die ga ik onthouden. Soms bevatten versprekingen juweeltjes van waarheden. Eerlijk is eerlijk, we hebben die vaste lusten óók jarenlang gedeeld. Dan horen die vaste lasten er gewoon bij. Maar, eh, die code. Kun je die nog eens herhalen? Ik ben hem alweer kwijt.”
“Daar heb ik ook last van,” zei mijn moeder en ze wees op haar hoofd, “hierboven is het niet helemaal goed meer. Gaan we nou naar huis?”